-
1 aan de drank verslaafd zijn
aan de drank verslaafd zijn -
2 aan de drank (verslaafd) zijn
aan de drank (verslaafd) zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de drank (verslaafd) zijn
-
3 aan de drank/het spel verslaafd zijn
aan de drank/het spel verslaafd zijnbe addicted to drink/gamblingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan de drank/het spel verslaafd zijn
-
4 aan de drank verslaafd
-
5 verslaafd zijn aan
прил.общ. подсесть на (Ik ben gewoon verslaafd aan koffie \\ drank \\ drugs \\ het boek...), быть наркоманом (алкоголиком, кофеманом), впасть в зависимость от -
6 verslaafd
1 addicted (to) ⇒ hooked (on), 〈 slang〉 strung out (on) 〈 in het bijzonder met betrekking tot verdovende middelen〉♦voorbeelden:1 hij is eraan verslaafd • he can't leave it alone; 〈 met betrekking tot verdovende middelen ook〉 he's become dependent on itverslaafd raken aan drugs • contract the drug habitaan de drank/het spel verslaafd zijn • be addicted to drink/gamblingzij is verslaafd aan haar werk • she's a workaholic -
7 verslaafd
♦voorbeelden:aan de drank verslaafd zijn • être alcooliqueaan het roken verslaafd zijn • être tabacomane -
8 drank
2 [alcoholische drank] drink3 [medicijn] medicine♦voorbeelden:de drank laten staan • give up drinkingaan de drank raken • take to drinkaan de drank (verslaafd) zijn • be an alcoholicniet tegen drank kunnen • not be able to hold one's drink -
9 verslaafd zijn aan drank
прил.общ. спиться -
10 подсесть на
vgener. verslaafd zijn aan (Ik ben gewoon verslaafd aan koffie drank drugs het boek...) -
11 подсесть на
vgener. verslaafd zijn aan (Ik ben gewoon verslaafd aan koffie \\ drank \\ drugs \\ het boek...) -
12 süchtig
-
13 boozy
adj. drankzuchtig -
14 given to drinking
given to drinking -
15 given
adj. gegevengiven1[ givn]1 gegeven ⇒ gekregen, verleend♦voorbeelden:at a given time • op een bepaald ogenblikat any given time • om het even wanneer, op elk momentII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden:he is given to boasting • hij pocht graag————————given2〈voorzetsel; voegwoord〉♦voorbeelden:given the present situation • in het licht van de huidige situatie -
16 süchtig nach Alkohol
süchtig nach Alkohol -
17 alcoolique
alcoolique [aalko(.o)liek]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉♦voorbeelden:2 un(e) alcoolique • alcoholist(e), alcoholicus, drankverslaafde1. m/falcoholist/-e, alcoholicus2. adj1) alcoholisch -
18 overgeven
1 [aan iemand anders geven] hand over, deliver3 [toevertrouwen] leave, entrust♦voorbeelden:een advocaat de zaak overgeven • hand the matter over to a lawyerII 〈wederkerend werkwoord; zich overgeven〉1 [capituleren] surrender2 [zich wijden aan] dedicate, devote♦voorbeelden:zich aan de liefde overgeven • dedicate oneself to love1 [kaartspel] deal (out) again♦voorbeelden:1 hij moet overgeven • he is going to be sick/to vomit -
19 Trunk
〈m.; Trunk(e)s, Trünke〉 〈 formeel〉♦voorbeelden: -
20 ergeben
ergeben11 toegedaan, -genegen2 berustend, gelaten————————ergeben21 opleveren, tot resultaat hebben♦voorbeelden:1 die Untersuchung hat ergeben, dass … • bij het onderzoek is gebleken, dat …1 blijken, voortkomen (uit) ⇒ aan de dag komen2 zich overgeven, wijden aan4 zich schikken (in, naar), berusten (in)♦voorbeelden:daraus ergibt sich • daaruit blijkt
- 1
- 2